Laten testen of niet?

‘Hij verveelt zich te pletter, dat vind ik zó moeilijk. Hij heeft geen vriendjes, hij kan de straat niet op, zijn kleine zusje haalt hem het bloed onder de nagels vandaan als ze zijn legobouwwerken “per ongeluk” omstoot en ik heb ook geen tijd en zin om dagelijks urenlang in de kou ergens in een of andere buurtspeeltuin op de rand van de zandbak te hangen. Ja sorry, dan ben ik maar niet de ideale moeder. Maar ik maak me wel zorgen om dat manneke van me. Nog geen zes jaar en nu al overal buitengesloten. Kleuters zijn hard hoor. Maar ja, ik zie zelf ook wel dat hij de gemakkelijkste niet is. Hij herkent alle automerken inclusief de verschillende uitvoeringen, terwijl we zelf niet eens een auto hebben, hahaha. [...] Lees verder

Wonder

Veertien is onze jongste, en ze zit in de derde klas van het gymnasium. Sinds dit schooljaar vertikt ze het om haar huiswerk te doen. Als na de herfstvakantie de eerste onvoldoendes vallen, kijken mijn man en ik elkaar aan. Wat gaan we doen? We besluiten het op zijn beloop te laten en zijn benieuwd wanneer de wal het schip keert. Volgens de boekjes moet je over slapen, eten en zindelijkheid geen strijd aangaan, die verlies je als ouders. Dat geldt denk ik ook voor leren. Je kunt wel zeggen ‘je moet’, maar als ze zelf hun hersenen niet ‘aanzetten’ gebeurt er niks.

De jongste is zich ondertussen van geen kwaad bewust en volop op ontdekkingstocht. Ze krijgt haar eerste vriendje, er vormt zich een hechte vriendinnenclub, ze tart onze grenzen en is daarmee een leeftijdsadequate puber. [...] Lees verder

Hoop

HoopWout ligt in het ziekenhuis. Nou ja ligt… Hij zit op de rand van zijn bed, scharrelt met zijn looprek en is veel te onrustig om zijn geopereerde diabetesvoet de voorgeschreven rust te gunnen. Ondanks zijn kale kop en volgetatoeerde lijf windt hij charmant het personeel om zijn vinger. ‘Ik heb grote eerbied voor jullie werk, echt ik ben ontzettend dankbaar voor jullie goede zorgen. De maatschappij zou jullie beter moeten belonen’, zegt hij te pas en te onpas tegen wie het maar horen wil. Hij praat de oren van het hoofd van zijn zaalgenoten, maakt grapjes met de schoonmakers, de catering, de arts-assistenten en is een open boek voor wie maar luisteren wil.

Als het bezoekuur aanbreekt wordt Wout stil. [...] Lees verder

Ophalen

ophalen‘…Dus ik zeg: “Ik kom hem nu halen, kan me niet schelen dat hij al in bed ligt, haal hem er maar uit en pak zijn koffer in. Ik ben er over een half uur.” Ik was flink overstuur toen ik de groepsleiding belde. De dag ervoor hadden we onze zoon weggebracht naar de gesloten jeugdinrichting en ik was zo geschrokken van wat ik daar aantrof. Ontzettend kale kamertjes, overal gewapend glas, het leek wel een gevangenis! Ik was het er wel mee eens geweest dat hij daar naartoe ging, want het kon zo niet langer, maar toen ik zag waar hij terechtkwam wist ik niet meer of we er goed aan deden. We reden naar huis en ik heb de hele avond alleen maar zitten huilen met mijn man.’ [...] Lees verder

Recensie ‘Het onvoltooide kind’

onvoltooid kindMits de artsen de behandeling medisch zinvol achten en de ouders uitdrukkelijk instemmen worden te vroeg geboren kinderen behandeld vanaf 24 weken zwangerschap. Het kindje van Brenda van Osch, de schrijfster van Het onvoltooide kind, komt met 28 weken ter wereld. In haar boek laat ze de keerzijde zien van ‘de wereld van de wonderbaby’s’ en durft ze de complexe vraag te stellen of we alles moeten willen wat er medisch mogelijk is. En welke gevolgen dat op de langere termijn heeft voor ouders, kind en samenleving. ‘De kosten die het overleven van een kind met ernstige handicaps met zich meebrengt voor de maatschappij, zullen de kosten van de NICU-opname (intensive care neonatologie, jvb) in hoge mate overschrijden’ staat er in de neonatologierichtlijn. [...] Lees verder

Geen zin

geen zinEen diepe zucht ontsnapt me als ik de auto de snelweg opdraai. Het is een half uurtje rijden naar mijn volgende afspraak en ik heb geen zin. Ik kan mezelf wijsmaken dat ik moe ben en dat mijn hoofd omloopt met alles wat nog moet, maar als ik eerlijk ben, heb ik gewoon geen zin. Aardig gezin hoor, daar ligt het niet aan, maar vandaag heb ik geen zin om voor de zoveelste keer variaties op het thema ‘zicht houden op’ en ’timen en doseren’ te bespreken. Twee weken geleden zat de moeder ontzettend in de knoop met de een-na-jongste van de zes kinderen die ze heeft. Officieel is de ouderbegeleiding gekoppeld aan de oudste zoon maar als het gesprek op de andere kinderen komt ga ik niet zeggen ‘daar ben ik niet voor’. [...] Lees verder

Ingmar Heytze wordt vader in 41 gedichten

de man die ophield te bestaanIn onderzoeken* wordt de geboorte van een eerste kind als een van de meest ingewikkelde overgangen gezien die vaders en moeders individueel en als stel doormaken. Dat begint natuurlijk al daarvóór, bij de zwangerschap. In tegenstelling tot wat de meeste stellen denken, komt de (partner)relatie danig onder druk te staan. Dichter Ingmar Heytze beschrijft het van binnenuit en verzucht in zijn gedicht De tweede echo:

[…] Ik ben een hand
in een hand, een passant die kijkt en zwijgt,
zo overbodig als een god na afloop van de zesde dag.

Kunst waarin ouderschap centraal staat is schaars. Als je erop gaat letten, draait het snel om de kinderen, of zijn het kinderen die hun ouders (al dan niet) in het zonnetje zetten. [...] Lees verder

Casus

casusTerwijl ik in het café op mijn afspraak zit te wachten laat ik mijn gedachten alvast gaan over het gesprek dat we straks zullen hebben. Ik ken deze mensen nog niet en ben nieuwsgierig naar hun manier van werken. Ze worden vaak ingeschakeld als niemand meer weet wat er moet gebeuren. Hebben ze zoveel meer kennis dan alle andere betrokkenen of zijn ze gewoon handiger in overleggen en afstemmen? Lukt het ook wel eens niet, vraag ik me af, en wat doen ze dan?

We schudden handen, bestellen koffie, maken globaal kennis en ik vraag hen waar ze op dit moment mee bezig zijn. ‘Dat is wel leuk om te vertellen’, steekt de ene enthousiast van wal ‘ik kom net bij een heel interessante casus vandaan.’ [...] Lees verder

Conversatiestarter

conversatiestarterVerlegen stapt ze bij me binnen. Ik weet van de buurvrouw dat ze graag bij me komt poetsen maar zich schaamt dat haar Nederlands beperkt is. Ze wil graag oefenen en heeft gevraagd of ik, net als de buurvrouw, tijdens haar pauze samen koffie wil dringen.

Dus dat doen we. In het begin met veel lange pauzes en ‘sorry, ik begrijp het niet’ over en weer. Als ik vraag hoeveel kinderen ze heeft komt ze er niet goed uit. ‘Drie’, zegt ze, ‘een jongen en een meisje’. Ik steek twee vingers op ‘twéé kinderen dus, een jongen en een meisje.’ ‘Nee’, zegt ze ‘dríe! Is moeilijk.’ Is moeilijk, dat zegt ze als ze de woorden niet kan vinden, maar wat zou ze daar nu mee bedoelen? [...] Lees verder

Kennismaken

halloHeb ik het adres eigenlijk wel goed genoteerd? Hopelijk klopt de tijd die in mijn agenda staat. Ze hebben zichzelf aangemeld, dat is mooi. Als ze nu maar niet verwachten dat ik met een toverstafje alles kom oplossen. Wat is hun vraag ook alweer? Heb ik alles wel goed doorgenomen?

‘Zeg, doe eens rustig jij, je zit helemaal te bibberen achter het stuur, wat is dat nou?’ spreek ik mezelf vermanend toe. Terwijl ik onderweg ben naar een nieuw gezin meanderen onzekere vragen door mijn hoofd. Ik ken het inmiddels van mezelf. Het blijft spannend om voor het eerst ergens over de drempel te stappen. Wat tref ik aan? Vinden we elkaar? Tegelijkertijd is het mijn manier om me op te laden, scherp te stellen, nieuwsgierig te worden en afgestemd te raken. [...] Lees verder