Om goed voor mij te zorgen

Om goed voor mij te zorgen, verzin ik een kind
dat bij me is. Ik kan dus niet de hele dag in bed,
en bad, er is een kind dat wacht op mijn
aanwezigheid, er moeten komma’s in de dag.

Niet roken en niet drinken en niet maar door
en doorgaan, en als ik koffiedrink drink ik
een glaasje appelsap erbij, en eet twee koekjes
één voor haar, het is een zij, en één voor mij.

Er moet gewandeld en gewezen en gekeken
naar waar zij me wist, van alles opgeraapt,
het kind heeft eten en verhalen nodig
En ik luister naar haar vragen

Die soms wel moeilijk zijn zodat ik zeg
dat ik het ook niet weet. Er moet op bezoek
zodat ze leert zich op haar gemak te voelen
bij anderen dan alleen haar moeder

die met het kind erbij zich gedwongen ziet
zich te laven aan de vriendschap, opdat het kind
misschien wél leert, wat zij zo moeilijk
kan geloven. [...] Lees verder