Om twintig voor negen verliet ik geruisloos het lichaam
Van moeder en keek ik ons aan.

Ik zag ons daar allemaal liggen en staan
In mijn eerste verblinding.

Ik hoorde ons allemaal aan als de stem
Van een schaar en ik voelde mijn aanvang
Verknipt.

Mijn bloedende navel bestreek het schreeuwende centrum
Van de wereld in deze kamer.

Ik kan uit mijn kamer van jullie niet weg.

Leonard Nolens (1947)
Uit de bundel ‘Een dichter in Antwerpen’ (2005)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *