Mijn dochter en ik

Terwijl ik lees voel ik mijn dochter kijken;
ik laat niets merken en lees rustig door.
Haar leven doet zich helder aan mij voor:
het zal in alles op het mijne lijken.

Niets kan ik doen, opdat zij zal bereiken
wat ik, amper gevonden, weer verloor;
geen vindt van het geluk méér dan een spoor,
ook zij niet, en ook zij zal het zien wijken.
Ik sluit het boek. Wij zitten naast elkaar;
geen woorden tussen ons; slechts, even maar,
de glimlach van de een tegen de ander.
’t Is of ik in mijn eigen ogen staar,
en wat daar staat, het is als water klaar,
wanneer ik langzaam in mijzelf verander.

Ed. Hoornik (1910-1960)
Uit: Tweespalt (1943)
 [...] Lees verder

Vaders

Knuffelen gaat niet zo goed
Ze roepen hé joh, je weet het hè,
en lezen de krant.

Over de rand kijken ze mee
hoe je je huiswerk doet
of niet.

je staat versteld van
wat ze weten over de wereld.
Meer dan van jou bijvoorbeeld.

Vaders zijn zo. Ze laten niets merken
tot er iets is.
Dan leer je ze kennen als moeders.

Johanna Kruit (1940)
Uit ‘Als een film in je hoofd’ (1989)
 [...] Lees verder

Autobiografie in vijf hoofdstukken

1) Ik loop door een straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik val erin.
Ik ben verloren… ik ben radeloos.
Het is mijn schuld niet.
het duurt eeuwig om een uitweg te vinden.

2) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir.
Ik doe alsof ik het niet zie.
Ik val er weer in.
Ik kan het niet geloven dat ik op dezelfde plek ben.
Maar het is mijn schuld niet.
Het duurt nog lang voordat ik eruit ben.

3) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir.
Ik zie dat het er is.
Ik val er weer in… het is een gewoonte.
Mijn ogen zijn open.
Ik weet waar ik ben. [...] Lees verder

Juli

Ik ben mijn jongen kwijt
goud gaf ik voor geritsel
mijn nest zit me te wijd

Judith Herzberg (1934) [...] Lees verder

Men moet geduld hebben

Men moet geduld hebben
met het onopgeloste in het hart
en proberen de vragen zelf lief te hebben,
als ontoegankelijke ruimtes,
als boeken,
geschreven in volkomen onbekende taal.

Wanneer men die vragen leeft,
leeft men misschien geleidelijk,
zonder het te merken,
op een ongewone dag
binnen in het antwoord.

Rainer Maria Rilke (1875-1926) [...] Lees verder

Beginnen (2)

Om twintig voor negen verliet ik geruisloos het lichaam
Van moeder en keek ik ons aan.

Ik zag ons daar allemaal liggen en staan
In mijn eerste verblinding.

Ik hoorde ons allemaal aan als de stem
Van een schaar en ik voelde mijn aanvang
Verknipt.

Mijn bloedende navel bestreek het schreeuwende centrum
Van de wereld in deze kamer.

Ik kan uit mijn kamer van jullie niet weg.

Leonard Nolens (1947)
Uit de bundel ‘Een dichter in Antwerpen’ (2005)
 [...] Lees verder

Dit is een brief aan vaders en moeders.

Dit is een brief aan vaders en moeders.
Ik ben het kind.
Hou me vast en kijk naar me.
Til me op, zet me neer, laat me gaan.
Het kan mij niet schelen hoe u uw geld verdient
En of u succesvol bent.
Geld daar kun je snoep van kopen,
maar ik hoef geen dure koeken bij de chocolademelk.
Alleen maar een dropje op mijn knie als ik gevallen ben.
Alleen maar op schoot
En als ik op schoot zit, moet u niet altijd tv kijken.
En als u mij een verhaaltje vertelt,
ga dan op de rand van mijn bed zitten.
En zeg dat ik mijn ogen dicht mag doen.
En vraag me hoe het was vandaag want dat begrijp ik best. [...] Lees verder