Gezinsofferte

Na lang heen en weer gepraat zijn we er uit, we gaan samen in zee. Spannend, een hele nieuwe klus op een voor mij onbekend terrein. Ik denk wel dat ik het kan maar ik heb het nog nooit eerder gedaan. Voor de ander is ook nieuw dus het wordt samen pionieren. Of ik nog wel even een offerte wil maken? Ja natuurlijk, dat hoort er ook bij. Hoe schat ik in hoeveel tijd het me gaat kosten? Of moet ik aan de andere kant beginnen; hoeveel uur heb ik nog over om erin te steken? Maar kom ik daar dan mee uit? Zou het mogelijk zijn om het on the fly bij te stellen of zit ik vast aan de geraamde uren? [...] Lees verder

Opstaan!

“Ze is ’s ochtends nog niet met tien stokken uit bed te krijgen. Niet dat ik een stok gebruik hoor maar bij wijze van spreken. Of ik haar nu vijf keer of tien keer roep, het maakt niet uit. Pas op de laatste nipper staat ze op. En ja, dan is het haast-haast en een hoop gemopper. Van haar, van mij – nou lekker begin van de dag, ook goedemorgen.” Haar ogen spuwen vuur, haar mond vertrokken tot een dunne streep. De goedmoedige moeder die bij me binnenstapte is nauwelijks herkenbaar. “Echt, ik heb alles al geprobeerd, maar niks werkt.” Inmiddels is de toon verongelijkt, alsof haar zevenjarige dochter haar groot onrecht aandoet. Dan valt ze stil. Ze leunt verslagen achterover. [...] Lees verder

Moeder-instinct

“Volgens mij krijgt de poes jongen.” Mijn man gelooft er niks van ‘ze is toch aan de pil, dat gaat heus wel goed.’ Maar ik heb mijn twijfels, ze is zo dichtbij-ig, ze ligt steeds languit en volslagen voor pampus op de bank en bovendien voel ik haar tepels plotseling terwijl me die nooit eerder waren opgevallen. Als twee weken later de dierenarts mijn vermoeden bevestigt barst de plaatsvervangende nesteldrang bij mij in alle hevigheid los. Ik lees poezenboeken, denk over nestkisten en loop met poezenogen door het huis op zoek naar een geschikt plekje om te bevallen. Ook al is het nog lang niet zo ver, echt ver weg is het niet want poezen – zo hoorden we tot onze grote schrik – dragen maar negen weken. [...] Lees verder

Zo zijn onze manieren

Routineus vul ik tijdens het ontbijt de trommels met bruine boterhammen, één met kaas, en bij wijze van concessie één met chocopasta. Dan nog de drinkbekers en een stuk fruit en ze kunnen er weer een hele schooldag tegenaan. Tevreden sorteer ik de stapeltjes uit. Dat heeft deze moeder weer mooi voor elkaar. “Mama, mag ik een koek mee?” Pardon, waar komt dat opeens vandaan? “Iedereen heeft altijd een koek mee en wij nooit. Wij hebben altijd fruit, ik wil ook een koek mee naar school.” Iedereen – altijd, galmt het na in mijn hoofd. Hebben kinderen op deze leeftijd wel vaker last van, het is aan mij om dat te relativeren. Aan de andere kant, misschien ben ik wel te braaf? [...] Lees verder

Gelukkige jeugd

‘Weet je nog, daar speelden we altijd mee op Ameland. Wat was het daar leuk hè?’ ‘Oh jaa’, slaakt de jongste een verzaligde zucht, ‘en toen zat ik in zo’n bakje achter de fiets, met mijn poppen en jij had een aanhangfiets. Dat was echt heel erg leuk.’ Ze spelen in bad met twee onooglijke plastic poppetjes die, in tegenstelling tot menig verantwoord aangeschaft speelgoed, verbazingwekkend lang populair blijven. Ameland, dat was toch – hè, dat is alweer vijf jaar geleden! Maar toen waren de meiden twee en vier, daar kunnen ze toch helemaal geen herinneringen aan hebben?Het was eigenlijk helemaal niet zo’n leuke vakantie. Het was geen strandweer, Rosa was het steeds snel zat op de aanhangfiets, ze was überhaupt over vanalles en nog wat dwars en onhandelbaar en Estelle sliep nog twee keer per dag en deed dat bovendien alleen in haar eigen bed, dus de uitstapjes werden flink beperkt. [...] Lees verder

Autobiografie in vijf hoofdstukken

1) Ik loop door een straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik val erin.
Ik ben verloren… ik ben radeloos.
Het is mijn schuld niet.
het duurt eeuwig om een uitweg te vinden.

2) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir.
Ik doe alsof ik het niet zie.
Ik val er weer in.
Ik kan het niet geloven dat ik op dezelfde plek ben.
Maar het is mijn schuld niet.
Het duurt nog lang voordat ik eruit ben.

3) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir.
Ik zie dat het er is.
Ik val er weer in… het is een gewoonte.
Mijn ogen zijn open.
Ik weet waar ik ben. [...] Lees verder

Moedergeduld

‘Mama, ik vind dit niet leuk’, een gloeiend hoopje mens ligt tegen me aan te branden. Mijn oudste dochter is geveld door de griep. In de krant staat dat er zoveel mensen ziek zijn, dat je van een epidemie kunt spreken. Als je dat leest is het toch heel anders dan wanneer het zich in je huis afspeelt. Rosa hangt verlept in de kussens en meer dan gekreun, gesteun en onnavolgbaar ge-ijl komt er niet uit. Echt ziek dus. Niet schoolziek of een dagje aanklooien met een extra DVD, maar de vinger aan de pols houden of de temperatuur niet te ver oploopt en kijken of er af en toe een slokje in wil gaan.

Ik nestel me met een boek en de koffie op de bank. [...] Lees verder

Herinneringen kweken

Jonge kinderen ontwikkelen gemakkelijk valse herinneringen aan zeer onwaarschijnlijke gebeurtenissen. Aldus onderzoek van de Universiteit Maastricht naar de betrouwbaarheid van het geheugen van kinderen. Van de 91 ondervraagde basisschoolkinderen meende 70 procent ooit een ontvoering door een UFO te hebben meegemaakt nadat zij hier fictieve informatie over hadden gekregen. Onderzoeker Henry Otgaar: ‘In het verleden zijn in de Verenigde Staten leraren aangeklaagd voor jarenlang ritueel kindermisbruik op basis van bizarre, hoogst onwaarschijnlijke herinneringen van leerlingen, die achteraf door experts als valse herinneringen werden gezien, uitgelokt door suggestieve ondervragingen. Het is dus bijzonder relevant om onderzoek te doen naar valse herinneringen bij kinderen.’

Waar ik nou nieuwsgierig naar ben; kun je ook valse herinneringen voor goede gebeurtenissen aankweken. Da’s dan misschien niet eens zo’n gek idee als een kind een beroerde tijd heeft meegemaakt. [...] Lees verder

Flinke hiaten opvoedkennis

Uit het onderzoek Naar een canon van opvoeding, uitgevoerd onder leiding van hoogleraar psychologie René Diekstra, blijkt dat we nog veel te leren hebben. De 1000 ondervraagde Hagenaars  geven gemiddeld op 32 van de 58 ‘canon’vragen het goede antwoord. Dit betekent ook dat ze gemiddeld 44% van de vragen niet correct weten te beantwoorden. “Een resultaat dat wijst op aanzienlijke ruimte voor vergroting van kennis en begrip van ontwikkeling en opvoeding” zoals het rapport zo mooi zegt. Binnenkort krijgen ook leerkrachten en hulpverleners in de jeugdzorg vragen over opvoeding voorgelegd. Ik ben nu al nieuwsgierig naar hoe die groep het er vanaf brengt. Doel is in de loop van 2009 een Canon van Opvoeding samen te stellen, een soort vademecum dat ouders en opvoeders kunnen raadplegen. [...] Lees verder