NRC ingezonden brief
In NRC verscheen vorige week een interview met psychiater Floortje Scheepers over onze hypernerveuze samenleving. Ze waarschuwt voor de druk van versnelling en optimalisering, en stelt terecht dat dit niet alleen een individueel probleem is maar een maatschappelijk vraagstuk.
In reactie daarop schreef ik een ingezonden brief. Mijn insteek: wie naar ouders kijkt, ziet hoe diep dit maakbaarheidsdenken zit. Ouders krijgen dagelijks de boodschap dat ze het beter of perfect moeten doen. Maar kinderen groeien niet op onder laboratoriumomstandigheden. Het leven dendert er dwars doorheen: ziekte, verlies, liefde, toeval, geluk. En ja, ook fouten.
Solidariteit met ouders betekent erkennen dat opvoeden risico’s en kwetsbaarheid met zich meebrengt. Niet alles is maakbaar, en dat hoeft ook niet. Het vraagt om vertraging in plaats van protocollen, verbinding in plaats van isolatie, en ruimte voor verschil in plaats van vastgelegde normen. [...] Lees verder

[...] 
Wat groeien die kinderen toch hard, wat worden ze al groot, wat gaat de tijd toch snel. Allemaal waar natuurlijk. ‘Geniet er maar van, voor je het weet zijn ze groot’, kreeg ik te horen toen mijn oudste net geboren was. Maar niemand had het over de dagen dat de tijd kruipt en al het geduld dat je moet oefenen. Een baby van drie maanden die ‘nog’ niet doorslaapt, een klas die niet meteen lekker loopt als er een nieuwe juf voor staat, een peuterverkoudheid die langer dan een week duurt, een carrière die stokt omdat je minder bent gaat werken, een puber die dagelijks chagrijnig opstaat, boterhamtrommels die elke dag weer gevuld moeten worden met iets gezonds, de laatste drie films gemist in de bioscoop, luiers die volgepoept worden zodra ze verschoond zijn, een bevalling die niet opschiet, zitten wachten met het eten omdat ze na de voetbaltraining blijven nakletsen – kinderen grootbrengen vergt uithoudingsvermogen. [...] 

Het is de Week van de Opvoeding. Goeie week voor de (online) primeur van het gedicht Groei. Eerder las ik ‘m voor tijdens Dichters in de Prinsentuin tijdens een blokje ‘ouderschapsgedichten’. Tot mijn verrassing en ontroering ontlokte het een hartstochtelijk ‘Ja!’ van een luisterende vader. Benieuwd of dat herkenbaar is?
Recente reacties