de man die ophield te bestaanIn onderzoeken* wordt de geboorte van een eerste kind als een van de meest ingewikkelde overgangen gezien die vaders en moeders individueel en als stel doormaken. Dat begint natuurlijk al daarvóór, bij de zwangerschap. In tegenstelling tot wat de meeste stellen denken, komt de (partner)relatie danig onder druk te staan. Dichter Ingmar Heytze beschrijft het van binnenuit en verzucht in zijn gedicht De tweede echo:

[…] Ik ben een hand
in een hand, een passant die kijkt en zwijgt,
zo overbodig als een god na afloop van de zesde dag.

Kunst waarin ouderschap centraal staat is schaars. Als je erop gaat letten, draait het snel om de kinderen, of zijn het kinderen die hun ouders (al dan niet) in het zonnetje zetten. In de dichtbundel ‘De man die ophield te bestaan’, die vast niet toevallig eenenveertig gedichten telt, zet Heytze het vader worden centraal; met de humor, fraaie beeldspraak en vernuftige verwijzingen naar andere literatuur. Het begint met de eerste echo waarin Heytze met het zien van het kloppende hartje het proces ingezogen wordt. Hij zoekt zijn plek als vader, terwijl iedereen om hem heen op de moeder en het kind gericht lijken. Heytze staat stil bij zijn eigen bestaan, zijn oorsprong en het nieuwe leven dat hij samen met zijn geliefde heeft gemaakt. Het kind krijgt een kind en realiseert zich dat de man die hij geworden was ophoudt te bestaan, dat hij zichzelf opnieuw moet uitvinden. De tweede echo, het 21e gedicht, eindigt met:

Nog twintig weken en er stapt een vader uit mijn as.

Hoopt Heytze zich te herpakken zodra dat nodig is? Zeven gedichten later schrijft hij dan in Dochter:

Langzaamaan begin ik te begrijpen
dat we alle drie tegelijk geboren worden.
Je vader is niet zo snel met zulke dingen […]

Hij vergist zich. Hij is verrassend snel met zijn inzichten en met het reflecteren op wat er allemaal gebeurt in dat enorme veranderingsproces. Naast dichter, geliefde en man, is er een vader opgestaan die niet om de hete brei heen draait, geen roze of zwarte wolken creëert, maar dapper onomwonden schrijft over het gladde ijs van startend ouderschap.

*Antonijsz e.a. 2010, Pouwels 2011, Stern 1998

Ingmar Heytze (2015), De man die ophield te bestaan

Deze recensie verscheen ook in Ouderschapskennis, jaargang 18 nr. 2

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *