Ze knuffelt me bijna plat als ik zeg dat ze naar boven moet gaan omdat het hoogste bedtijd is. Jaja, denk ik, uitstelgedrag, toe nou maar, naar boven toe, al geniet ik ook van dat altijd overstromende vat vol liefde. “Ma-ham, kom je nog even?” klinkt het even later vanuit de badkamer. Hè wat doet ze dat toch goed de laatste tijd, denk ik trots als ik naar haar toe loop. Babbel-de-babbel blijkt ze nog helemaal niet uitgekleed en ook de tanden zijn nog niet gepoetst. “Ik vond het zo ongezellig, zo alleen, dus ik wou jou graag even de buurt” fleemt ze.

Negeneneenhalf is ze nu, dat is al bijna tien, dan heb ik straks twéé tieners, bedenk ik me terwijl ik haar gadesla vanaf de badrand. In haar kamer staan de pluche beesten rijendik knus zij aan zij. Pal onder glamoureuze popsterrenposters uit de Tina en de Meiden Magazine. Ze ziet ze niet. Ze kijkt alleen naar mij. Haar stralende lach maakt de kuiltjes in haar wangen diep als deuken. Jaja, natuurlijk krijg je nog een knuffel, graag zelfs want ik heb ‘r nog nauwelijks gezien vandaag. Zo gaat dat, als ze groter worden. Ze fietst zelf naar school, belt vanaf het schoolplein of ze mag spelen bij Louise en hopla dan is het alweer bedtijd. Ik voel haar armen stevig om mijn middel, ze duwt haar hoofd tegen mijn borst, ze past nog ruim onder mijn kin. Ik til haar op, ze slaat haar benen om me heen, ik houd haar nog gemakkelijk, we stijgen bijna op. “Wat ben je toch lief, ik hou van jou” murmelt ze in mijn oor. Ik moet uitkijken dat de weekmakers mijn knieën niet doen verslappen. Als ze in haar hoogslaper klimt kijkt ze nog even om. “Hoe komt het toch dat ik jou zo lief vind, dat ik zó veel van jou hou, terwijl de moeder van Louise ook heel lief is. Maar van jou hou ik zoveel meer!”

Mooie vraag. Mijn antwoord dat wij bij elkaar horen, bevredigt eigenlijk niet als ik beneden op de bank naar het journaal kijk. Ik weet ook niet hoe dat werkt met houden van en onvoorwaardelijke liefde. Over een paar jaar houdt ze een tijdje wat minder van me, schat ik in. Later durft ze misschien weer te voelen wat ons bindt. Of misschien knelt de familieband te hard en zoekt ze worstelend een uitgang. Ik weet het niet. Voordat ik helemaal in de knoop raak, besluit ik te genieten van wat er is. Het is een heerlijk meisje, en dat is het!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *